Hugo Wilmar wordt op 28 mei in 1923 in Amersfoort geboren. Hij groeit op in Den Haag als tweede zoon uit een gezien van vier. Het gezin is conservatief. Zijn vader is Victor Emile Wilmar, Luitenant-Kolonel verbonden aan de Generale Staf in Den Haag. Zijn moeder is Marie Jeanne Leembruggen.
Hugo heeft één oudere broer, Emile, en twee jongere zusters, Hélène en Cécilia. In 1942 doet hij eindexamen HBS aan het Rijnlands Lyceum te Wassenaar.
Natuurliefhebber en amateurfotograaf
Hij heeft een passie voor fotografie en de natuur. Als amateurfotograaf en jager trekt hij, wanneer het kan, de duinen in. Samen met het jachtopzichtersduo de gebroeders Velthuis zwerft hij rond bij Landgoed De Horsten. Naast fotograferen leert Hugo dieren op te zetten. Deze dieren plaatst hij in hun natuurlijke omgeving voor het creëren van het plaatje in zijn hoofd.
Op het dak van zijn ouderlijk huis groepeert hij een kraai, een roek en een kauw bijeen. Met de foto wint hij een amateur-fotowedstrijd. De jury weet niet, dat Hugo de dieren heeft opgezet.
In 1942 komt hij bij Fotohandel Nieuwenhuis Jan Woldijk tegen. Ze delen de passie voor fotografie. Hier legt Hugo Wilmar de eerste contacten met het verzet.
De Tweede Wereldoorlog
Met het uitbreken van de tweede wereldoorlog verandert zijn vrije bestaan. Zijn vader, luitenant-kolonel verbonden aan de Generale Staf, wordt met regelmaat door de Duitsers opgepakt. Vanwege zijn hartconditie komt hij hier meer dood dan levend uit. Dit heeft zijn weerslag op de familie van Hugo.
In 1943 fotografeert Hugo Wilmar de afbraak in Duindorp voor de Aanleg van de Atlantikwall.
De toenemende wurggreep van de bezetter en de constante dreiging van de Arbeitseinzats maken zijn uitstapjes naar de natuur te gevaarlijk. Hugo’s verzet tegen de Duitsers groeit. Begin februari 1944 zoekt hij maar een uitweg – Hugo wil zich in Londen als oorlogsvrijwilliger aanmelden.