Republiek Indonesië
Na de capitulatie van Japan roept Soekarno Nederlands Indië op 17 augustus 1945 uit tot Republiek Indonesië. Daarmee komt een einde aan de vrijheid, die Hugo Wilmar in Amerika gevonden had. Hugo Wilmar wordt op 17 november 1945 met de eerste 2000 Nederlandse mariniers naar Nederlands Indië gestuurd.
S.S. Noordam
Hugo Wilmar is ingedeeld bij de Marine Voorlichtingsdienst. Hij is inmiddels bevorderd tot Luitenant. Als Filmoperateur filmt Hugo het vertrek van de Nederlandse Mariniers uit Camp Davis. De 2000 man schepen in aan boord van de S.S. Noordam, die hen naar Indië zal brengen.
De tocht leidt via de Middellandse zee langs Port Said en Aden, richting Ceylon (Sri Lanka). Daarna vertrekt de Noordam richting Batavia. De Engelsen berichtten echter dat koers moet worden gezet richting Malakka (Maleisië). Op 17 december 1945 komt de Noordam aan in Port Swettenham.
“Hier begon iedereen pas glashelder te beseffen dat we werkelijk aan de Engelsen waren overgeleverd, die niet ten onrechte door de Yanks “Focking Limeys” genoemd worden. We mochten niet naar Indië en zelfs niet aan land.” (brief dd. 2 jan. ’46)
Pas in Maart 1946 krijgt de Noordam toestemming om in Indonesië aan te leggen. De Mariniersbrigade wordt in Soerabaja gestationeerd.
Gevechten in Oost Java
Hugo Wilmar legt de gevechten van de mariniers met de Indonesische vrijheidsstrijders vanaf de voorste linies vast. De situatie is levensbedreigend. De weerstand van de Indonesische vrijheidsstrijders is groter dan verwacht. Bovendien is de bevoorrading van de troepen ontoereikend. Dagelijk sneuvelen er militairen.
Tot de grote woede van Hugo Wilmar worden alleen zijn “goed-nieuws beelden” door de voorlichtingsdienst in Nederland vrijgegeven. De erbarmelijke omstandigheden waaronder de mariniers moeten leven en de bloedige gevechten blijven in de donkere kamer achter. Voor Hugo belichaamt deze censuur de beklemmende en kleinburgerlijkheid de Nederlandse cultuur. Met enige desillusie en irritatie zwaait Hugo in mei 19476 af als militair.
(…) Wat de publicatie betreft – deze wordt zoveel mogelijk geblokkeerd en tegengegaan. Schandelijk! Het Nederlandse Volk leeft daarin in de stellige overtuiging dat we hier mieters rusting in ons mooie Indie zitten er toch maar boffen.” (Brief aan ouders, 26 mei 1946)
Spaarnestad
In dienst van Uitgeverij De Spaarnestad keert Hugo als journalist terug naar Nederlands-Indië. Op 21 juli 1947 fotografeert Hugo de landing van de Mariniers in Pasir Poetih. Deze landing, Operatie Product, markeert het begin van de eerste Politionele Acties ofwel de Decolonisatieoorlog.
In december 1957 reist Hugo Wilmar naar Djocjacarta (nu: Yogyakarta). Hij gebruikt zij perskaart van het Amerikaanse fotobureau International News Agency. Hiermee begeeft hij zig in het hol van de leeuw. Hij slaagt erin een fotoserie van de Republikeinse leider Soekarno te maken. Uitgeverij de Spaarnestad publiceert de reportage, als anoniem aangekochte Amerikaanse reportage, in de Nederlandse bladen.
Foto’s Nederlands-Indië 1946-1948
Onderstaande fotograllerij is een overzicht van de foto’s van Hugo Wilmar uit het familiearchief. Meer foto’s zijn te vinden in verschillende Nederlandse Archieven. Het overgrote deel van de foto’s van de gewelddadigheden in Indonesië uit het familiearchief heeft Hugo Wilmar in dienst van Spaarnestad gemaakt. Er is een overlap tussen de foto’s uit het familiearchief en de collecties van het Nederlands Instituut Militaire Historie (NIMH) en het Spaarnestad archief.